De man wiens voeten je hier op de foto ziet, is slechts een van de 120 miljoen mensen die lijden aan een aandoening veroorzaakt door parasitaire wormpjes. De dikke huid en opgezwollen voet en tenen zijn bijna niet meer als zodanig te herkennen en dat heeft alles te maken met de zogenaamde olifantsziekte die hij heeft opgelopen.

Lymfatisch filariasis, elefantiasis, of gewoon: olifantsziekte

Lymfatische filariasis, ook wel bekend onder de naam elefantiasis of olifantsziekte, wordt veroorzaakt door parasitaire wormen en is een chronische aandoening. De larven van de worm worden overgebracht door muggen en zo kan het dus zijn dat wanneer je door een geïnfecteerde mug bent gestoken, de larve of ‘microfilariae’ in je lymfestelsel terechtkomt. De symptomen steken pas jaren na de infectie de kop op.

Wat er dan gebeurt is dat de wormen gaan huizen in de lymfevaten waar zij een ontstekingsreactie opwekken. Door deze ontsteking raken de lymfebanen dermate beschadigd dat weefselvloeistof niet kan worden afgevoerd. Het gevolg is het ontstaan van een lymfoedeem. Lichaamsdelen kunnen daardoor gigantisch gaan opzwellen en ook genitaliën, zoals het scrotum bij de man en borsten bij de vrouw, kunnen hierbij groteske vormen aannemen. De naam olifantsziekte refereert in eerst instantie echter niet naar de grootte van ledematen maar naar de grovere structuur die de huid aanneemt, vergelijkbaar met de taaie, dikke huid van een olifant. Deze vergroving van de huid noemt met ook wel papillomatose.

Vooral in de tropen vormt de aandoening een grote belemmering in het dagelijkse leven en wordt het gezien als een groot gezondheidsprobleem. Bij het ontbreken van een behandeling hebben mensen met de olifantsziekte grote moeite om zich voort te bewegen en speelt ook stigmatisering haar parten. In Nederland zijn er geen gevallen van de olifantsziekte bekend, toch zijn er wereldwijd naar schatting zo’n 120 miljoen mensen geïnfecteerd. Ongeveer 40 miljoen van hen heeft te kampen met ernstig vergrote lichaamsdelen.

Bestrijding van elefantiasis en het WHO

Het WHO (World Health Organization) heeft zich tot doel gesteld de ziekte nog voor 2020 uit te roeien. Dit wil men doen door in de gebieden waar het voorkomt jaarlijks mensen te behandelen met medicatie die infectie tegengaan. Hiermee wil men mensen enerzijds immuun maken en anderzijds zorgen dat de ziekte minder snel wordt overdragen op anderen. Inmiddels zijn er verschillende simulatiemodellen opgezet om in te schatten hoeveel tijd de WHO nodig heeft om per gebied de olifantsziekte uit te roeien.

Linda Corporán