Pijn! Niemand wil het, iedereen heeft het. Achter het vervelende gevoel gaat een groot nut schuil. Pijn zorgt ervoor dat dingen die in het lichaam verkeerd gaan, niet onopgemerkt blijven.

Pijn

Om uit te leggen wat pijn is, moet er eerst het een en ander uitgelegd worden over het (menselijk) lichaam.
Ieder mens heeft namelijk een zenuwstelsel. Een netwerk dat voor een groot deel de gang van zaken regelt in je lichaam. Dit zenuwstelsel valt onder te verdelen in:

  • het centrale zenuwstelsel(CZ); ofwel de hersenen en de hersenstam
  • en het perifere zenuwstelsel(PZ); de zenuwen door het lichaam heen.

Het zenuwstelsel is opgebouwd uit cellen die ook wel zenuwcellen of neuronen genoemd worden. Om alles een beetje netjes te laten verlopen, hebben we voor het overzicht verschillende soorten neuronen. Dit zijn: - sensorische neuronen; deze bevinden zich in het PZ en zetten prikkels om in signalen en sturen deze naar de hersenen in de meeste gevallen

  • motorische neuronen; bevinden zich ook in het perifere deel van het zenuwstelsel en sturen signalen naar de spieren toe, zodat die doen wat ze moeten doen of wat jij vindt dat ze moeten doen
  • en als laatste de schakelneuronen; die zitten in het CZ en zoals de naam al zegt vormen die een schakel tussen sensorische en motorische neuronen en geven dus een signaal door.

Bij pijn maken cellen in het weefsel waar de pijn vandaan komt stofjes (onder invloed van cytokinen en mitogenen), die de zenuwuiteinden prikkelen waardoor een elektrisch signaal ontstaat.
Dit signaal wordt dan naar de hersenen gestuurd en daar ontvangen en vertaald als zijnde: PIJN! Dat pijn geen prettig gevoel is weet iedereen wel, maar dat zonder deze boodschap een heleboel mis zou gaan, daar staat niet iedereen zo bij stil.
Ter illustratie enkele voorbeelden van dingen die zouden kunnen gebeuren als pijn niet bestond:

  • Je valt bij het skaten en breekt je been. Zou je niets voelen, dan zou je gewoon weer opstaan en verder proberen te lopen zonder dat je door hebt dat je been nog meer kapot gaat, doordat botscherven het omringende weefsel beschadigen, je botten verder afbreken en dat je bovenal veel bloed verliest.
  • Een ander voorbeeld: Een hartaanval gaat meestal gepaard met veel pijn op de borst. Zou je dit niet voelen, dan merk je er bijna niets van en dus ga je niet naar de dokter met als gevolg dat je er mee rond blijft lopen en een grote kans hebt dat je er een keer aan onder door gaat.
  • Voorbeeld nummer 3: Stel je bent tijdens het rennen gevallen. Je hebt een grote schaafwond op je knie, maar je voelt niets, dus even dat zand en vuil er vanaf en weer verder spelen. Wat er dan gebeurd: Doordat je huid beschadigd is kunnen er bacteriën en andere kleine zogenaamde micro-organismen je bloedbaan binnendringen en zo zorgen voor infecties die best wel heel erg kunnen zijn. Denk aan tetanus.
  • Verder leer je natuurlijk ook van pijn. Maak je iets pijnlijks één keer mee, dan doe je het (bijna) nooit meer.
Edwin van der Winden