Ernstige ziektes kunnen een enorm effect op families hebben. De ziekte van Huntington heeft dat vrijwel altijd. Het is een relatief zeldzame aandoening, maar omdat hij erfelijke is, is het vaak geconcentreerd in een beperkte omgeving. Ook kan er onzekerheid ontstaan bij familieleden aangezien er meerdere gevallen bekend kunnen worden.

De ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening. Een genetische afwijking die van een ouder naar de kinderen kan worden overgedragen. Het gemuteerde gen is ook nog eens dominant. Dat betekent dat als één van de twee ouders dat gen heeft, kinderen 50% kans hebben om ook het gen te ontvangen. De symptomen van de Ziekte van Huntington manifesteren zich meestal rond het veertigste levensjaar, dus dan kan de ziekte ook al doorgegeven zijn aan de volgende generatie. Het is pas sinds 1993 mogelijk om, voordat de ziekte zich manifesteert, erachter te komen of men het gen heeft.

De afwijking in het gen zorgt ervoor dat, na een jaar of veertig, je hersenfuncties worden aangetast. Het gen veroorzaakt een afwijking in een proteïne die een aantal andere proteïnen beïnvloed, daardoor ontstaan er uiteindelijk beschadigingen in je hersenen. Het uit zich onwillekeurige bewegingen en een algehele geestelijke achteruitgang. Mensen met de aandoening kunnen plotselinge bewegingen maken waardoor het op onhandigheid lijkt, of ze gaan trillen. De effecten zijn vaak ook erger als men zenuwachtig is, en nemen af als de persoon gaat liggen.

Op het moment is het helaas niet mogelijk om de ziekte te genezen of zelfs te behandelen. Het is alleen mogelijk om de symptomen wat af te zwakken. Zoals medicijnen om de onwillekeurige bewegingen te verminderen of om de psychiatrische symptomen te onderdrukken.

Robert Buurman