Het eten van een lekker gebakje of een broodje gezond is natuurlijk heerlijk. Dit is alleen maar mogelijk als dit eten uiteindelijk je lichaam ook weer verlaat. Anders zou het probleem ontstaan dat je constant vol zit. Gelukkig zijn onder andere je darmen er om ervoor te zorgen dat je eten wordt verteerd. De dikke darm heeft hier een groot aandeel in.

Om te weten hoe de dikke darm werkt is het handig om te weten wat de dunne darm doet.

Al het eten en drinken wat je tot je neemt komt in je maag terecht. Vanuit de maag gaat het eerst naar de dunne darm. Deze darm zorgt ervoor dat het eten wat je eet wordt verteerd. De dunne darm is ongeveer vijf meter lang en bestaat uit de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm. De darm bevat spieren, deze spieren trekken zich afwisselend samen en verslappen zich weer. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat het eten langzaam richting de anus wordt bewogen. Voordat het voedsel de dikke darm binnen gaat gebeurt er nog het een en ander in de dunne darm.

Voedingsstoffen

In de dunne darm wordt het voedsel eerst afgebroken tot kleine voedingsstoffen. Deze voedingsstoffen ontstaan doordat de voedselbrei wordt vermengd met spijsverteringssappen, afkomstig uit de alvleesklier en de galblaas, in combinatie met de persende beweging die plaatsvindt. In dit proces worden de voedingsstoffen zo fijn gemaakt dat ze door de wand van de darm heen kunnen en het bloedstelsel in worden geduwd. Op deze manier gaan bijvoorbeeld de vitamines die je binnenkrijgt bij het eten van een kiwi niet verloren. Het voedsel wordt heen en weer bewogen, gekneed en naar de dikke darm geschoven.

Dikke darm

De dikke darm is een soort buis van anderhalve meter die in een omgekeerde U-vorm in je buikholte ligt. De dikke darm bestaat net zoals de dunne darm uit drie delen: de blinde darm, de dikke darm en de endeldarm. Alle voedselresten die niet zijn verteerd in de dunne darm komen in de dikke darm terecht. Het goedje ziet er uit als een waterdunne brij. In de dikke darm wordt er dan ook voor gezorgd dat het vocht en de zouten worden ontrokken aan de brei, ook wel ontlasting. Dit gaat op dezelfde manier als in de dunne darm. De spieren trekken zich samen en verslappen zich. Door deze beweging wordt de ontlasting niet alleen voortbewogen maar wordt er ook voor gezorgd dat er het water en de zouten worden onttrokken. Uiteindelijk komt er een stevig goedje in de endeldarm terecht. Deze ontlasting bestaat uit onverteerbare stoffen, dode darmwandcellen, slijm, bacteriën, galkleurstof en een kleine hoeveelheid zouten en water. Als de endeldarm vol is gaat er een seintje naar je hersenen dat je lichaam aangeeft dat je naar de wc moet. Als je spijsvertering te snel gaat krijg je last van diaree, gaat het te langzaam dan krijg je last van verstopping. Beide zijn niet goed voor je lichaam, het is dus belangrijk om een goede en regelmatige spijsvertering te behouden.

Sophie Moerland