Iedereen wilt het wel, een lekker, gezond bruin kleurtje in de zomer. We trekken dan ook massaal naar het strand om dat te krijgen. Ik doe dat ook met mijn vrienden. Na een weekje strand bekijk ik trots het resultaat, totdat ik naar mijn vrienden kijk. Waarom zijn zij na diezelfde week strand toch zoveel bruiner dan ik? Ik heb toch zeker net zoveel, als niet meer in de zon gelegen. Hoe komt het toch dat niet iedereen even snel bruin wordt?

De huid

Om dit te begrijpen is het belangrijk wat over de samenstelling van de huid te weten.
De menselijke huid is samengesteld uit twee lagen. De bovenste laag wordt ook wel de opperhuid (epidermis) genoemd en de onderste laag de lederhuid (dermis). De opperhuid bestaat zelf dan ook weer uit 5 verschillende lagen. In de diepste laag van de opperhuid, de laag die het dichtst bij de lederhuid ligt, bevindt zich een bepaald type cellen (melanocyten genaamd) die een grote rol spelen in (het veranderen van) de huidskleur van de mens.

Bruiner worden

Deze diep in de huid gelegen cellen maken bruin pigmentkorrels aan (die melanine worden genoemd). Wanneer deze pigmentkorrels gemaakt zijn, worden ze naar andere cellen in de bovenste laag van de huid getransporteerd.
De pigmentkorrels verzamelen zich aan die kant van de cel, waar de zon op schijnt. De reden hiervan is dat het pigment de DNA in de celkern beschermt tegen de zon. De UV-stralen van de zon kunnen de volgorde van het DNA veranderen, waardoor bepaalde ziektes, zoals kanker, kunnen ontstaan. Het schadelijke effect van de zon wordt verminderd door de pigmentkorrels. Wanneer je vaker blootgesteld wordt aan UV-stralen wordt dan ook meer pigment aangemaakt. Hierdoor wordt je ook bruiner van zonnen.

De snelheid waarmee iemand bruiner wordt hangt af van:

  • de snelheid waarmee het pigment wordt gemaakt in de cellen.
  • de snelheid waarmee de pigmentkorrels van de diepste laag in de huid naar de bovenste laag van de huid worden getransporteerd.

Niet overal in het lichaam zijn evenveel van deze melanocyten. Aan de binnenkant van de armen en op je handpalmen heb je bijvoorbeeld veel minder van deze cellen dan op je gezicht of de bovenzijde van je handen. Hierdoor komt het dat je handpalmen vaak minder bruin zijn dan de bovenkant van je handen.

Andere factoren

Naast de melanocyten zijn ook twee andere factoren van belang voor de kleur van de huid:

  • De hoeveelheid caroteen in de huid. Caroteen is een stof die zich in de huid bevindt en een oranje-achtige kleur heeft. Hoe meer caroteen zich in je huid bevindt, des te meer oranje wordt je huid.
  • Je bloedvaten. Wanneer je het warm hebt, verwijden je bloedvaten. Hierdoor kan er meer bloed door je bloedvaten stromen en liggen de vaten ook meer aan de oppervlakte van de huid. Zo kan je lichaam meer warmte afgeven aan de omgeving en door de grotere hoeveelheid bloed die door je lichaam stroomt, krijgt je huid een wat roder kleurtje.
    Dit werkt ook andersom. Wanneer je het koud hebt, vernauwen je bloedvaten zich, waardoor er minder bloed door je vaten loopt. Je krijgt dan vaak een wat bleker, soms zelf blauwig kleurtje.
Hedwig Kikkert