Zielige films, uien, hooikoorts, verkoudheid en frisse winterlucht hebben allemaal één ding met elkaar gemeen: Een loopneus. Goed voor de tissue-industrie, maar ook goed voor jou.

De neus

Je kan er niet om heen, hij zit midden in je gezicht en in allerlei formaten. Maar ondanks die verscheidenheid aan vormen vervuld deze zogenoemde neus bij zo goed als ieder mens, dezelfde taken:

  • Je ruikt er mee
  • Je neus verwarmt koude lucht voordat het je longen bereikt
  • En in je neus worden deeltjes stof en ander vuil uit de lucht die je inademt gefilterd

De binnenkant van je neus, de neusholte, bestaat uit slijmvlies dat slijm produceert. Dit slijm heeft ook weer meerdere functies:

  • Het zorgt ervoor dat geurmoleculen bij het reukorgaan komen
  • Het zorgt ervoor dat stof e.d. blijft kleven en zo dus gefilterd wordt uit de lucht
  • En het zorgt er voor dat je slijmvlies niet uitdroogt

Al dat stof dat er uit gefilterd wordt moet er ook een keer uit. En dit gebeurt d.m.v. de “snotneus”.

Maar hoe zit het dan met de “loopneus”?

Daarvoor moeten we even naar de ogen kijken.
Om de ogen vochtig te houden en van voedingstoffen te voorzien, wordt er traanvocht geproduceerd. Dit vocht moet ook weer weg kunnen en ververst worden.
Voor de afvoer van dat vocht hebben we een systeem en dat systeem is een buisje. Dit buisje heet het “van-je-oog-naar-je-neus-buisje” alleen is daar natuurlijk een mooie Latijnse naam voor, ofwel de “ductus nasolacrimalis”.
Al het vocht dat voor je oog gemaakt wordt, komt dus langs je neus en hoe meer het is, hoe meer je het merkt.Bij normale hoeveelheden merk je er eigenlijk niets van, maar bij een flinke huilbui, een verkoudheid of extreme milieus (droog of koud weer ed), wordt er meer traanvocht aangemaakt met als gevolg een loopneus.

Edwin van der Winden