Je kent het rode lintje wel, van het hiv-virus heb je vast ook wel eens gehoord, je weet dat de ziekte ontzettend veel voorkomt in Afrika en dat het virus overdraagbaar is klinkt je waarschijnlijk ook niet onbekend in de oren. Maar wat weet je nou echt van aids?

Allereerst het meest basale, waar staat aids voor? Acquired Immune Deficiency Syndrome. Het is een ziekte die wordt veroorzaakt door het hiv-virus. Om te begrijpen wat aids is moet je eerst weten wat hiv is.

Hiv: Humaan Immunodeficiëntie Virus, is een virus dat het afweersysteem van het menselijk lichaam aantast. Dit afweersysteem beschermt het lichaam tegen schadelijke virussen en bacteriën en dus tegen ziekten. Het virus valt lymfocyten (speciale witte bloedcellen) aan die het afweer- of immuunsysteem in je lichaam coördineren wanneer je te maken krijgt met een infectie. Ook vernietigt het hiv-virus de cellen van het afweersysteem. Op deze manier kan het virus zich snel vermenigvuldigen.

Als je positief getest wordt op hiv, dan ben je seropositief. Seropositief betekent dat er hiv-antistoffen in je lichaam zijn gevonden. Dit is net zoals wanneer je bijvoorbeeld de griep hebt gehad. Je hebt dan griep-antistoffen in je lichaam als resultaat van de ziekte. Dit is als het ware een stukje van de ziekte die de griep zullen bestrijden mocht hij zich opnieuw voordoen. De hiv-antistoffen kunnen het virus jarenlang onderdrukken, uitschakelen kan niet. Als het hiv-virus de overhand neemt kom je in een stadium terecht dat je aids hebt.

Aantasting

In eerste instantie zal je er weinig van merken dat je afweersysteem wordt aangetast. Je lichaam zal wel even de tijd nodig hebben om de antistoffen aan te maken. De belangrijkste symptomen zijn tot die tijd opgezette lymfeklieren en griepachtige verschijnselen. Als de antistoffen zijn aangemaakt verdwijnen de ziekteverschijnselen weer. Maar als het virus al enige tijd in je lichaam zit zal je steeds minder afweer tegen ziektes hebben die je normaal gemakkelijk zou overwinnen. Een simpel griepje kan je gigantisch ziek maken. Het gevolg hiervan is dat je verschillende klachten zult krijgen. Toch verschilt het per persoon. Sommige mensen kunnen jarenlang van amper iets last hebben terwijl de ander al erg snel de gevolgen van de ziekte ondervindt.

Wanneer er ernstige ziekteverschijnselen optreden betekent het dat het hiv-virus een groot deel van het afweersysteem heeft afgebroken. Je lichaam kan zichzelf nu niet meer goed beschermen tegen ziekten. Dat is het moment wanneer je van aids spreekt, je weerstand daalt dan zo ver dat je infecties krijgt van ziektes die bij een gezond mens weinig uithalen.

Mensen die aids hebben krijgen te maken met zeldzame aandoeningen. Dit zijn bepaalde vormen van kanker, longontstekingen of darminfecties. De infecties die je krijgt als je daadwerkelijk aids hebt noem je opportunistische infecties. Dit zijn infecties die gebruik maken van het feit dat je lichaam verzwakt is.

Hiv-remmers

Genezing van het hiv-virus is niet mogelijk. Het enige wat je kan doen is de ziekte remmen, dit gebeurt aan de hand van zogenaamde hiv-remmers. De hiv-geïnfecteerde slikt dan een combinatie van drie of meer hiv-remmers. De medicijnen gaan de activiteit en vermenigvuldiging van het virus tegen. De remmers kunnen ervoor zorgen dat iemand met hiv geen ziekteverschijnselen krijgt, aids hoeft dan nooit te komen. De levensverwachting van iemand met hiv benadert dan ook de normale levensverwachting. In veel niet-Westerse landen is er geen geld voor hiv-remmers. Het virus gaat zonder medicijnen sneller over in aids en veel jongen mensen sterven in de landen dan ook jong aan de gevolgen van de ziekte.

Overdraagbaar

Voorkomen van het virus is natuurlijk altijd beter dan het uiteindelijk proberen te remmen. Het hiv-virus zit in sperma, bloed, moedermelk en vaginaal vocht. Het virus kan over worden gedragen door onveilige seks (orale, vaginale of anale seks), wanneer besmet bloed in de bloedbaan terecht komt en een moeder kan het op haar kind overdragen. Het is een fabeltje dat de ziekte via onder andere speeksel of urine kan worden overgedragen.

Sophie Moerland