De afgelopen dertig jaar is het aantal mensen met een autistische stoornis gegroeid van een op de 2500 naar een op de 100. Mensen met een dergelijke stoornis hebben beperkte sociale vaardigheden en hebben moeite om zich te verplaatsen in andere mensen. Basisemoties als boos, blij of verdrietig herkennen zij in veel gevallen wel, maar met meer genuanceerde emoties als verveeld, teleurgesteld of verbaasd hebben zij moeite. Dit empatisch onvermogen samengenomen met de registratie van heel veel omgevingsprikkels tegelijk, resulteren in het niet goed kunnen omgaan met en het inspelen op de omgeving. Aan gebrek aan intelligentie ontbreekt het autisten echter niet. Sterker nog, vaak blinkt hij of zij uit in een specifieke vaardigheid of laat niet zelden zien de slimste van de klas te zijn.

Linda Corporán