De kans is groot dat je tijdens het lezen van dit antwoord, minstens een keer moet gapen. Ik heb in ieder geval een aantal keren moeten gapen tijdens het schrijven van dit antwoord en dat komt niet omdat ik het onderwerp saai vind. Nee, het komt doordat gapen aanstekelijk is: als je iemand ziet gapen, als je erover leest of als je iemand hoort gapen, is de kans groot dat jij ook moet geeuwen. Hoe komt dit nou en waarom gapen we eigenlijk?

Gapen

Laten we beginnen met het kijken wat geeuwen nou eigenlijk is. Volgens het woordenboek is geeuwen het ‘krampachtig openen van de mond als gevolg van lusteloosheid of vermoeidheid’. Gapen is een reflex die ontstaat in de hersenstam. Een geeuw begint meestal met een gevoel achter in je mond. Als het eenmaal zover is, is het bijna niet meer te vermijden: je spieren spannen zich aan, je mond gaat open en de longen zuigen lucht naar binnen. Bij een volledige geeuw sluit je je ogen en rek je je uit. Sommige mensen krijgen traanogen van geeuwen: dit komt doordat tijdens het gapen de gezichtsspieren op de traanbuisjes drukken.

Ook treden er tijdens het geeuwen een aantal veranderingen op in je lichaam: je hartslag gaat omhoog (tot wel 30% meer), je bloeddruk stijgt en je kleine bloedvaten vernauwen zich.

Maar waarom doen we het nou?

Men is het nog steeds niet eens, wat de reden is dat mensen geeuwen. Er zijn een aantal theorieën over:

  • Mensen geeuwen om het zuurstofgehalte in het bloed te verhogen. Deze theorie gaat ervan uit dat mensen geeuwen om het zuurstofgehalte in het bloed te verhogen en het koolstofdioxidegehalte te verlagen. Geeuwen zou dan een reflex zijn als gevolg van een hoog koolstofdioxidegehalte in de lucht. Omdat iedereen in één ruimte dezelfde lucht inademt, gaat bij meerdere mensen deze reflex werken. Hierdoor lijkt het of gapen aanstekelijk werkt, terwijl het eigenlijk het gelijktijdig optreden van dezelfde reflex is. Dit zou ook kunnen verklaren waardoor mensen gaan gapen als ze moe zijn of als ze zich vervelen. Wanneer mensen moe zijn of lusteloos, gaan ze vanzelf langzamer ademen. Hierdoor bereikt minder zuurstof de longen en daalt het zuurstofgehalte van het bloed. Ook stijgt dan het koolstofdioxide gehalte. De reflex wordt nu in gang gezet en je moet gapen. Omdat veel mensen rond dezelfde tijd moe zijn, zullen mensen dan ook op ongeveer hetzelfde moment moeten gapen.
  • Gapen als communicatiemiddel. Het idee achter deze theorie is dat mensen bepaald gedrag vertonen als communicatiemiddel. Je kan hierbij ook denken aan lachen: door te lachen laat je andere mensen merken dat je iets leuk vindt of dat je blij bent. Het zou kunnen zijn dat mensen geeuwen ook gebruiken als zo’n communicatiemiddel. Door te gapen wanneer je iets saai vindt, laat je anderen weten dat je je verveelt en wat anders wilt gaan doen. Op deze manier kan je ook anderen aangeven dat je moe bent.
  • Geeuwen als overblijfsel uit de oertijd.Er wordt gedacht dat de oermens gapen gebruikte als communicatiemiddel. In de oertijd zou gapen een middel zijn geweest om gedrag te coördineren. Voor die coördinatie was het noodzakelijk dat mensen ook ‘terug geeuwde’ naar elkaar. Dat geeuwen nu nog aanstekelijk werkt zou hiervan een overblijfsel zijn.
  • Een ander overblijfsel uit de oertijd is dat we geeuwen om aan te geven dat we honger hebben. Omdat het vroeger niet veilig was om alleen op jacht te gaan, gaven de mannen met geeuwen aan dat ze honger hadden en op jacht wilden. Andere mannen die ook honger hadden konden dan terug geeuwen om aan te geven dat ze ook honger hadden en mee op jacht wilden. Nu nog moeten mensen geeuwen als ze honger hebben.
  • Gapen als voorbereiding op inspanning. Deze theorie zegt dat je geeuwt om je voor te bereiden op inspanning. Je zou dan ook alleen geeuwen als je nog wakker moet blijven. Deze theorie wordt ondersteund door het gegeven dat een geeuw de hartslag verhoogt, je bloeddruk doet stijgen en dat je door te geeuwen je spieren aanspant en strekt.

Helaas worden geen van deze theorieën door de wetenschap ondersteund en blijft het een mysterie waarom we gapen.

Hedwig Kikkert