Je nieren. Typisch zo’n orgaan waarvan je weet dat je ze hebt, het zijn er namelijk twee, maar wat ze doen? Geen idee! Tijd om dit eens uit te zoeken.

Je hebt twee nieren, deze liggen achter in je buikholte tegen de rug aan ter hoogte van je taille. Deze organen zijn ongeveer twaalf centimeter lang en zien er uit als erg groot uitgevallen bonen. Net zoals alle andere organen hebben ook je nieren een bepaalde functie. Dit is het filteren van bloed. Je nieren bestaan dan ook uit ongeveer een miljoen kleine filtertjes.

Reinigen

Door het reinigen van je bloed houden je nieren samen met andere organen je lichaam schoon. Dit doen ze door de samenstelling van allerlei stoffen in je lichaam constant te houden. Op deze manier zorgen ze ervoor dat je lichaam in verschillende omstandigheden toch blijft werken. De stoffen die door de nieren worden uitgefilterd zijn bijvoorbeeld een te veel aan zout of zuur. Via je urine verlaten deze het lichaam. Maar behalve dat je nieren ervoor zorgen dat stoffen die er niet horen of waar er een teveel aan is uit je lichaam verdwijnen, zorgen ze er ook voor dat bepaalde stoffen in je lichaam blijven. Dit zijn bijvoorbeeld eiwit en rode bloedcellen.

Werking van je nieren

Je nieren bestaan uit ongeveer een miljoen deeltjes die je nefronen noemt. Deze nefronen bestaan uit een nierfilter en een nierbuisjes. Deze piepkleine deeltjes zorgen ervoor dat het bloed dat via je bloedvaten in je nier komt gefilterd wordt. Op deze manier worden er bepaalde stoffen uit je bloed gefilterd. Het gefilterde bloed stroomt dan naar de nierbuisjes. Deze buisjes halen water, zout en andere stoffen die je lichaam nodig heeft uit je bloed en zorgen ervoor dat deze weer terug gaan naar je bloed. Dit gaat via het nierweefsel. Dan blijft er nog een beetje over van het bloed dat gefilterd is en dat noemen we aan urine. De urine bestaat uit vocht, afvalstoffen, zout en zuur. De urine gaat niet gelijk naar de blaas toe maar wordt verzameld in kleine zakjes die nierkelken worden genoemd. Uiteindelijk gaat de urine via het nierbekken en de urineleider naar de blaas. Vanuit de blaas verlaat de urine je lichaam.

Andere taken

Naast het reinigen van je bloed hebben je nieren nog twee andere taken. Je nieren houden in de gaten of je wel genoeg vocht in je lichaam hebt. Als je genoeg of teveel vocht in je lichaam hebt dan maken je nieren een lichtgekleurde urine aan. Als je lichaam juist vocht nodig heeft dan produceert het weinig, donkergekleurde urine. Op deze manier wordt je doormiddel van je plas gewaarschuwd dat je meer vocht tot je moet nemen. Daarnaast maken je nieren hormonen aan. Deze hormonen vertellen je andere organen wat ze moeten doen. Zo wordt er bijvoorbeeld een hormoon aangemaakt dat beenmerg aanzet om rode bloedcellen te maken. Je nieren zijn dus samen een typisch ‘regelorgaan’.

Nierziekten

Helaas werken niet iedereen zijn of haar nieren naar behoren. Het kan zijn dat de nieren de belangrijkste functie, het verwijderen van afvalstoffen, niet langer naar behoren uitvoeren. Als dit het geval is spreek je van nierinsufficiëntie. Dit kan heel erg langzaam gaan maar ook acuut optreden. Bij een acute nierinsufficiëntie kan een grote bloeding ergens in het lichaam ervoor zorgen dat de druk in de nieren wegvalt. Op deze manier kunnen de nierfiltertjes hun werk niet meer goed doen. Je nieren kunnen zich herstellen maar het kan ook overgaan in een chronische nierinsufficiëntie. Beschadigd nierweefsel kan zich namelijk niet herstellen waardoor een behandeling noodzakelijk zal zijn. Vaak wordt er nog wel geprobeerd om de nierfunctie zo lang mogelijk met medicijnen en een dieet te behouden. Als je nieren niet tot nauwelijks functioneren heb je nierdialyse nodig. Chronische nierinsufficiëntie kan ook ontstaan bij bijvoorbeeld diabetici en verschillende andere ziektes.

Dialyse

Er wordt door artsen besloten over te gaan tot dialyse als de nierfunctie zo slecht is dat alleen behandeling doormiddel van dialyse kan voorkomen dat je overlijdt. De dialyse zal 8 tot 10 procent van de gezonde filterfunctie overnemen, dit is net genoeg om in leven te blijven. Op deze manier wordt voorkomen dat je lichaam zichzelf vergiftigd. Er zijn twee soorten dialyse: hemodialyse en peritoneaaldialyse. Bij hemodialyse wordt het bloed buiten het lichaam gezuiverd. Via een slangetje in je arm komt je bloed terecht in een dialysemachine die het bloed zuivert. Als het gezuiverd is wordt het weer terug naar je lichaam gepompt. Bij peritoneaaldialyse wordt er via een buisje spoelvloeistof in je buikholte gebracht. Het buikvlies in je buikholte bevat veel bloedvaatjes. De spoelvloeistof zorgt ervoor dat de afvalstoffen uit het bloed worden onttrokken.

Transplantatie

Het dialyseren van je nieren is geen ideale situatie. Zo duurt een hemodialyse zo’n vier uur per keer, en dit drie tot vijf keer per week. Veel nierpatiënten hopen dan ook op een niertransplantatie. Om een transplantatie te ondergaan moet je een goede conditie hebben. Slechts één op de vijf dialysepatiënten komt in aanmerking voor een nieuwe nier. Als je daadwerkelijk een nieuwe nier krijgt, zal deze onderin je buik worden geplaatst en blijven je eigen nieren zitten. Je kunt een nier van een overledene krijgen of doormiddel van levende nierdonatie, je krijgt dan een nier van iemand die nog leeft, deze staat hem dan af. Je kunt namelijk goed leven met één nier. Zowel de donor als de ontvanger zullen dan op dezelfde dag worden geopereerd. Bij een niertransplantatie is natuurlijk de hoop dat de nier de functies van jouw niet-functionerende nier overneemt. Toch zal de functie van de transplantatienier, als deze niet wordt afgestoten, niet 100% zijn. De nierfunctie zal ‘slechts’ 50% worden.

Sophie Moerland