Wanneer je onder narcose komt te liggen, lijkt het alsof je lichaam niet meer werkt: je kan niets voelen, je kan je niet bewegen en je kan vaak ook niet zelfstandig ademhalen. Gelukkig kan schijn bedriegen, want je hart klopt gewoon door. Hoe kan het dat je hart nog wel gewoon blijft werken?

Van hersenen naar spier

Onze spieren werken doordat de hersenen prikkels via de zenuwen naar onze spieren sturen. Deze prikkels worden in het spierweefsel door de zenuwen overgedragen op zogenaamde receptoren. De receptoren van de spieren ontvangen als het ware de prikkel en als de prikkel dan door middel van de receptor is aangekomen in de spier, weet de spier wat hij moet doen en zal de spier samentrekken.

De verschillende soorten spier

In ons lichaam zitten drie verschillende soorten spierweefsel: dwarsgestreept spierweefsel, glad spierweefsel en hartspierweefsel.
Het hart bestaat uit een ander soort spierweefsel dan de skeletspieren, namelijk uit het hartspierweefsel. Skeletspieren zijn die spieren die we bewust kunnen laten samentrekken, bijvoorbeeld om te lopen. Glad spierweefsel zit in alle organen met uitzondering van het hart, zoals je maag, darmen en je blaas.
Op zowel het gladde spierweefsel als het hartspierweefsel hebben wij geen bewuste controle. Je zou dus de soorten spierweefsel ook kunnen onderverdelen al naar gelang we er wel of geen bewuste controle over hebben.

Het spierweefsel waar we wel controle over hebben (het dwarsgestreepte spierweefsel) ontvangt op een andere manier de prikkels die van de hersenen vandaan komen dan het spierweefsel waar we geen bewuste controle over hebben (het gladde- en het hartspierweefsel); ze hebben verschillende receptoren.
In het dwarsgestreepte spierweefsel, wat in al onze skeletspieren zit, zitten nicotinereceptoren terwijl in het hartspierweefsel en het gladde spierweefsel zogenaamde adrenerge- en muscarinereceptoren zitten.
Bij elke receptor hoort een unieke stof. Dat wil zeggen dat een receptor het signaal pas doorgeeft als zijn eigen unieke stof aan de receptor bindt. Dit betekent dat de verschillende soorten spier op verschillende stofjes reageren en dus ook door verschillende, unieke stofjes geblokkeerd kunnen worden.

En wat heeft dit met spierverslappers te maken?

Door middel van geneesmiddelen kunnen deze receptoren geblokkeerd worden. Wanneer een receptor geblokkeerd wordt, zullen de prikkels van de hersenen niet meer aankomen bij de spier en zal de spier niets doen. Wanneer je dus een geneesmiddel gebruikt dat alleen de nicotinereceptoren blokkeert, zal dit geen invloed hebben op het hart, dat via adrenerge- en muscarinereceptoren wordt bestuurd.

Op deze manier werken de spierverslappers die gebruikt worden bij de narcose. Deze spierverslappers werken alleen op de nicotine-receptoren, waardoor het hart en de andere organen onaangedaan blijven.

Hedwig Kikkert